ELSA Amsterdam
Statuten
Artikel 1 – Naam van de vereniging
1. De vereniging heet ELSA Amsterdam.
Artikel 2 – Zetel
1. De vereniging heeft haar zetel in Amsterdam.
Artikel 3 – Tijd
1. De duur van de vereniging is onbepaald.
Artikel 4 – Doel
1. De vereniging heeft ten doel: de bevordering en ontwikkeling van wederzijds begrip en samenwerking en het tot stand brengen van persoonlijke contacten tussen rechtsgeleerde studenten en jonge juristen
uit verschillende Europese landen, een en ander in overeenstemming met de doelstellingen van de European Law Students’ Association, gevestigd te Wenen, Oostenrijk.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
a. in samenwerking en overleg met de overige in Nederland gevestigde ELSA-verenigingen de Nederlandse ELSA-organisatie gestalte te geven;
b. in samenwerking en overleg met de overige in Nederland gevestigde ELSA-verenigingen te waarborgen dat de Stichting ELSA Nederland, gevestigd te Groningen haar rechten en plichten als lid van de European
Law Students’ Association gevestigd te Wenen, Oostenrijk, kan uitoefenen en nakomen;
c. het organiseren van activiteiten ten behoeve van haar leden en de leden van de overige ELSA organisaties in Nederland en daarbuiten, zoals:
i. deelnemen
aan het zogeheten Short Term Exchange Program;
ii. deelnemen
aan het Legal Research Program;
iii. organiseren
van seminars en summerschools;
iv. deelnemen
aan overige Academic Activities;
v. aangaan
van bilaterale contacten;
vi. haar
leden in de gelegenheid te stellen te participeren in de door haar andere ELSA organisaties in Nederland en overige ELSA-landen georganiseerde activiteiten.
3. De vereniging streeft niet naar winst ter verdeling onder de leden.
Artikel 5 – Leden
1. Leden van de vereniging kunnen zijn:
a. zij, die als student staan ingeschreven aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam of aan de Vrije Universiteit te Amsterdam;
b. zij, die als medewerker aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam of aan de Vrije Universiteit te Amsterdam zijn verbonden;
c. zij, die aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam of aan de Vrije Universiteit te Amsterdam zijn afgestudeerd.
2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
Artikel 6 – Begunstigers
1. Begunstigers zijn zij die zich bereid verklaard hebben de vereniging financieel te steunen met een door de algemene vergadering vast te stellen minimum bijdrage.
2. Begunstigers hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die, welke hen bij of krachtens de statuten zijn toegekend en opgelegd.
Artikel 7 – Toelating
1. Het bestuur beslist omtrent de toelating van leden en begunstigers.
2. Bij niet-toelating tot lid, kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
Artikel 8 – Einde van het lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door de dood van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging namens vereniging; dit kan geschieden, wanneer het lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens
de vereniging niet nakomt, alsook wanneer er redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting; deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Echter
kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd, indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijne opzichte uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Van het besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van het besluit tot
ontzetting uit het lidmaatschap, staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave
van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
8. Wanneer het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
Artikel 9 – Einde van de rechten en verplichtingen van begunstigers
1. De rechten en verplichtingen van een begunstiger kunnen te allen tijde wederzijds door opzegging worden beëindigd, behoudens dat de jaarlijkse bijdrage over het verenigingsjaar over het geheel blijft
verschuldigd.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt namens het bestuur.
Artikel 10 – Jaarlijkse bijdragen
1. De leden en de begunstigers zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, die door de algemene vergadering zal worden vastgesteld. Deze vaststelling zal niet geschieden dan na overleg
met de overige in Nederland gevestigd ELSA-verenigingen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
Artikel 11 – Bestuur
1. Het bestuur bestaat uit minimaal drie- en maximaal tien personen die door de algemene vergadering worden benoemd. De benoeming geschiedt uit de leden.
2. De benoeming geschiedt voor een periode van een jaar, ingaand bij de aanvang van het verenigingsjaar.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden.
De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping van de vergadering medegedeeld. Een voordracht van tien of meer leden moet voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4. Aan elke voordracht kan het bindende karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering
waarin ten minste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
5. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordracht het bindende karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in
de keus.
6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
Artikel 12 – Einde bestuurslidmaatschap, periodiek lidmaatschap & schorsing
1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag eindigt door het
verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid is na afloop van het verenigingsjaar terstond herkiesbaar.
3. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden is benoemd: door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door te bedanken.
Artikel 13 – Bestuursfuncties & besluitvorming van het bestuur
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor elk hunner uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie
bekleden.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend. In afwijking van wat de wet dienaangaande
bepaalt, is het oordeel van de totstandkoming en de inhoud van het besluit niet beslissend.
3. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
Artikel 14 – Bestuurstaak & vertegenwoordiging
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden zes is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijke een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in een open
plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten
waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbind. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen
derden geen beroep worden gedaan. Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:
a. I. onverminderd het bepaalde onder 11, het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen, een bedrag of waarde van ƒ 10.000,– (tienduizend gulden) te boven gaande;
b. II.
i. het
huren huren, verhuren of op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen
ii. het
aangaan van overeenkomsten, waarbij de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
iii. het
ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruik van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
iv. het
aangaan van dadingen;
v. het
optreden in rechte, waaronder is begrepen het voeren van arbitrale procedures, doch met uitzondering van het nemen van conservatoire maatregelen en het nemen van die maatregelen, die geen uitstel kunnen lijden;
vi. het
sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan.
5. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd:
a. hetzij door het bestuur;
b. hetzij door twee bestuursleden gezamenlijk.
Artikel 15 – Jaarverslag rekening & verantwoording
1. Het verenigingsjaar loopt van één oktober tot en met dertig september.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarbalans uit en doet,
onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening van en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening in rechte van het bestuur
vorderen.
4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording
van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige laten bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de
commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven.
6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie.
7. Het bestuur is verplicht de bescheiden, bedoeld in de leden 2 en 3, tien jaren lang te bewaren.
Artikel 16 – Algemene vergaderingen
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden. In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording, bedoeld in artikel 15 met het verslag van de aldaar bedoelde commissie;
b. de benoeming van de in artikel 15 benoemde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
c. voorziening in eventuele vacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping van de vergadering.
Artikel 17 – Toegang & stemrecht
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, alsmede het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is.
2. Over toelating van begunstigers en andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Ieder lid van de vereniging dat niet geschorst is, heeft één stem. Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen. Een lid kan echter niet meer dan twee leden vertegenwoordigen.
Artikel 18 – Voorzitterschap & notulen
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter of zijn plaatsvervanger, dan treed één der andere bestuursleden, door het
bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander, door de voorzitter daartoe aangewezen persoon, notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld
en ondertekend.
Artikel 19 – Besluitvorming van de algemene vergadering
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Het zelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd
werd over een niet-schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan beslist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of,
indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voorzover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindend voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen
kandidaten plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid gekregen, dan vinden herstemmingen plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid gekregen, dan vinden herstemmingen plaats, tot hetzij één persoon
de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij
de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie de bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij
ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus
mede een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of
een daarmee houdende formaliteit niet in acht genomen.
Artikel 20 – Bijeenroeping algemene vergadering
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproep geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister, bedoeld in artikel 5. De termijn voor de oproeping
bedraagt ten minste zeven dagen.
2. Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 21.
Artikel 21 – Statutenwijziging
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten
zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste acht dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel,
waarin de voorgestelde wijziging is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift als hiervoor bedoeld, aan
alle leden toegezonden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waar ten minste twee/derde van alle leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet
twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht
het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
Artikel 22 – Ontbinding
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2 en 3 in het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Bij het besluit tot ontbinding dient aan het batig saldo van vereffening een bestemming te worden gegeven, welke het doel van de vereniging zoveel mogelijk nabij komt.
3. Indien bij het besluit tot ontbinding aan het batig saldo geen bestemming wordt gegeven, vervalt het batig saldo aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt
een gelijk deel.
Artikel 23 – Huishoudelijk reglement
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.